1. Wat doet u met uw pensioen in eigen beheer? Doorloop vier stappen
Nu er een definitieve streep is gezet door pensioen opbouwen in eigen beheer, zult u de komende tijd de nodige beslissingen en acties moeten ondernemen. Daarom onderstaand een stapsgewijs overzicht van de belangrijkste punten.
Stap 1: Actie vóór 1 juli 2017
Het pensioen in eigen beheer is per 1 april definitief afgeschaft. De zogenoemde coulancetermijn van drie maanden is inmiddels ingegaan. Dat betekent dat u nog tot 1 juli 2017 de tijd heeft om uw pensioenopbouw in de bv te beëindigen. Daarbij moet u denken aan onder andere het premievrij maken van het in eigen beheer opgebouwde pensioen, het aanpassen van de pensioenbrief en het, indien gewenst, terughalen van een extern verzekerd pensioendeel.
Let op!
Vanaf 1 juli kunt u geen pensioen in eigen beheer meer opbouwen.
Let op!
Voor het terughalen van een extern verzekerd pensioendeel naar eigen beheer, is het voldoende dat de verzekeraar uw verzoek om overdracht uiterlijk op 30 juni aanstaande heeft ontvangen. De verdere afhandeling kan dan, binnen de gebruikelijke termijnen, na die datum plaatsvinden.
Stap 2: Aan u de keuze
De komende drie jaar (2017, 2018 en 2019) kunt u gaan kiezen wat u met uw reeds in eigen beheer opgebouwde pensioen wilt gaan doen. U kunt kiezen uit de volgende drie mogelijkheden:
- Het pensioen tegen fiscale waarde afkopen met een belastingkorting;
- Het pensioen tegen fiscale waarde omzetten in een oudedagsverplichting;
- Het pensioen in eigen beheer ongewijzigd laten. Verdere opbouw is echter niet meer mogelijk.
Alle drie de mogelijkheden kennen voor- en nadelen. Besluit u voor afkoop en doet u dit nog in 2017, dan krijgt u een belastingkorting van 34,5%. In 2018 is dit 25% en in 2019 bedraagt de belastingkorting 19,5%. Een belastingkorting klinkt aantrekkelijk, maar is dat niet altijd. Bovendien moet u toch over een fors bedrag direct belasting betalen en dat geld is wellicht niet beschikbaar. Afkoop is dan niet mogelijk.
Besluit u voor omzetten in een oudedagsverplichting, dan houdt u het geld en uw aanspraak voor de oude dag nog binnen de bv. Na omzetting mag u de oudedagsverplichting echter, op de jaarlijkse oprenting na, niet verder meer aanvullen. Doordat de rente op sparen momenteel erg laag is, zal de oudedagsverplichting met de jaarlijkse oprenting niet hard groeien. Het is dus onzeker hoeveel ‘pensioen’ uw bv later aan u kan uitkeren. U mag de oudedagsverplichting ook gebruiken voor een lijfrente bij een bancaire instelling of een verzekeringsmaatschappij. Deze omzetting van oudedagsverplichting naar lijfrente kan tot aan uw pensioendatum op ieder gewenst moment.
Let op!
Het is ook mogelijk om de oudedagsverplichting alsnog af te kopen. Doet u dat in 2017, 2018 of 2019 dan kunt u nog profiteren van de belastingkorting. Na 2019 bent u bij afkoop over de volledige oudedagsverplichting loonbelasting en revisierente verschuldigd.
Besluit u om uw pensioen in eigen beheer ongewijzigd te laten, dan blijft alles bij het oude, maar wel zonder verdere opbouw. De jaarlijkse actuariële oprenting van de reeds opgebouwde pensioenrechten is wel verplicht en, afhankelijk van de pensioentoezegging, is jaarlijkse indexering ook nodig. Door het ongewijzigd laten van uw pensioen in eigen beheer blijft het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van uw pensioenaanspraak bestaan.
Let op!
Houdt u het pensioen in eigen beheer in stand, pas dan extra op met dividenduitkeringen. Een dividenduitkering is alleen mogelijk als er voldoende vermogen in uw bv is en blijft voor de dekking van het pensioen. Daarbij speelt niet de fiscale waarde van de pensioenverplichting een rol, maar de commerciële waarde.
Stap 3: Overleg met uw partner
Kiest u voor afkoop van uw pensioen in eigen beheer of voor omzetting in de oudedagsverplichting, vergeet dan uw partner niet. Omdat dit ook gevolgen heeft voor zijn of haar pensioenrechten moet uw partner en eventueel ook uw ex-partner instemmen met uw keuze. Om mogelijke problemen in de toekomst te voorkomen, zijn goede afspraken noodzakelijk.
Omdat uw partner zijn of haar rechten verliest op een deel van het in eigen beheer opgebouwde ouderdomspensioen (partnerpensioen) moet ook worden nagedacht over een mogelijke compensatie. Afhankelijk van het huwelijksgoederenregime (gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden) is een passende compensatie zelfs geboden, omdat anders sprake kan zijn van een (belaste) schenking.
Let op!
Of en hoe hoog een eventuele compensatie aan uw partner moet zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Gangbare regels zijn hiervoor niet te geven. Voor een passende compensatie is directe betaling echter niet vereist.
Stap 4: Stel de Belastingdienst op de hoogte
Kiest u ervoor om uw pensioen in eigen beheer af te kopen dan wel om te zetten in een oudedagsverplichting, dan moet u dit kenbaar maken aan de Belastingdienst en wel binnen één maand na het tijdstip van afkoop of omzetting. Daarvoor dient een speciaal informatieformulier waarmee u diverse gegevens aanlevert bij de Belastingdienst, zoals: persoonsgegevens, gegevens van uw bv, de datum van afkoop of omzetting en de commerciële en fiscale balanswaarde van uw pensioenaanspraak op vier verschillende momenten. Heeft u gekozen voor omzetting in een oudedagsverplichting, dan moet u in het informatieformulier aangeven of u samen met uw partner afspraken heeft gemaakt over de verdeling van deze oudedagsverplichting ingeval van echtscheiding.
Let op!
Het is belangrijk dat u binnen één maand na het tijdstip van afkoop of omzetting van uw pensioen in eigen beheer, aan uw informatieplicht voldoet. De Belastingdienst beschouwt uw pensioenaanspraak anders als ‘onzuiver’, waardoor u loonbelasting moet betalen over de commerciële waarde van de gehele pensioenaanspraak en ook nog eens 20% revisierente bent verschuldigd.
Het informatieformulier moet niet alleen door uzelf worden ondertekend, maar ook door uw partner. Met die ondertekening geeft uw partner aan de Belastingdienst te kennen dat hij/zij het eens is met de keuze voor afkoop of omzetting van het pensioen in eigen beheer. Ook een eventuele ex-partner, die nog steeds recht heeft op een deel van de pensioenaanspraak, zal het informatieformulier moeten tekenen. Er moet per (ex-)partner een formulier worden ingevuld.
Let op!
Kan of wil de (ex-)partner niet meetekenen, dan blijft uw pensioenverplichting premievrij op de balans van de bv staan. Afkoop dan wel omzetting is in dat geval niet mogelijk.
2. Mogelijke compensatie transitievergoeding vanaf 2019
De transitievergoeding zal op een aantal punten worden gewijzigd. Hiervoor is onlangs een wetsvoorstel ingediend. De wijzigingen hebben betrekking op twee zaken. Ten eerste op de transitievergoeding die werkgevers verschuldigd zijn bij ontslag om bedrijfseconomische redenen en ten tweede bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
Transitievergoeding bij ontslag langdurig zieke werknemer
Sinds 1 juli 2015 bent u als werkgever een transitievergoeding verschuldigd wanneer een tijdelijke of vaste werknemer ten minste twee jaar bij u in dienst is geweest en zijn arbeidscontract op uw initiatief is beëindigd. Die transitievergoeding bent u ook verschuldigd als u een zieke werknemer na twee jaar loondoorbetaling ontslaat. Veel werkgevers ervaren dit als onrechtvaardig, omdat er tijdens ziekte ook al twee jaar loon is doorbetaald en er kosten zijn gemaakt voor de re-integratie van de werknemer in het bedrijf zelf of bij een andere werkgever.
Compensatie
Daarom zijn er plannen om werkgevers te compenseren voor de betaalde transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid en de eventueel daarop in mindering gebrachte transitie- en inzetbaarheidskosten. Die plannen zijn nu opgenomen in een wetsvoorstel.
Voor de compensatie wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van de arbeidsovereenkomst of de wijze van beëindiging. Dat betekent dat u ook in aanmerking kunt komen voor compensatie als de arbeidsovereenkomst van de langdurig zieke werknemer wordt beëindigd met wederzijds goedvinden. De compensatie is in dat geval nooit meer dan de transitievergoeding waar de werknemer recht op zou hebben gehad als zijn arbeidsovereenkomst zou zijn beëindigd door opzegging of ontbinding.
De compensatie zal vanaf 2019 door het UWV worden verstrekt vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Tegenover de compensatie staat wel een verhoging van de (uniforme) premie.
Let op!
Het is de bedoeling dat werkgevers die vanaf 1 juli 2015 een transitievergoeding hebben betaald, na ontslag van een langdurig zieke werknemer, hier ook voor worden gecompenseerd. Zij moeten alleen tot 2019 wachten op de compensatie.
Transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen
De tweede wijziging heeft betrekking op de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen. De voorgestelde wijziging houdt in dat in de cao kan worden bepaald dat geen transitievergoeding is verschuldigd bij ontslag om bedrijfseconomische redenen, als de werknemer in diezelfde cao recht heeft op voorzieningen om werkloosheid te voorkomen of in duur te beperken en/of recht heeft op een redelijke financiële vergoeding.
De in de cao opgenomen voorzieningen om werkloosheid te beperken, moeten ook daadwerkelijk kunnen bijdragen aan het voorkomen van werkloosheid of het bekorten van de duur van de werkloosheid. De voorzieningen moeten dus gericht zijn op nieuwe duurzaam betaalde arbeid.
Let op!
Bestaat in de cao uitsluitend recht op een redelijke financiële vergoeding, dan wordt hieronder verstaan een vergoeding die gelijk is aan de wettelijke transitievergoeding. Onder omstandigheden kan echter ook een lagere financiële vergoeding redelijk zijn, bijvoorbeeld als de financieel-economische situatie van een bedrijf dusdanig slecht is dat de continuïteit in het gevaar komt.
3. Verkoop aan particulier in buitenland? Let op btw-drempel
Bij verkoop aan een buitenlandse particulier berekent u waarschijnlijk Nederlandse btw. Dit is in principe correct, tenzij u de btw-drempel overschrijdt. U kunt ook vrijwillig kiezen om al vanaf de eerste euro buitenlandse btw te berekenen.
Verkoopt u aan een buitenlandse particulier of een buitenlandse organisatie die niet btw-plichtig is, dan factureert u in eerste instantie met Nederlandse btw. Pas vanaf het moment dat u het btw-drempelbedrag van een land overschrijdt, moet u de btw van het land van uw afnemer berekenen. U moet zich dan aanmelden bij de Belastingdienst van dat land en daar btw afdragen.
Voorbeeld
Tot en met 21 mei 2017 levert u voor € 33.000 goederen aan Belgische particulieren. U berekent Nederlandse btw en draagt deze op uw aangifte btw af. Op 22 mei 2017 verkoopt u voor € 2.500 aan een Belgische particulier. Omdat u hiermee de Belgische btw-drempel van € 35.000 overschrijdt, berekent u over dit bedrag Belgische btw. Ook over alle leveringen in België na die datum berekent u Belgische btw. U moet zich laten registreren in België en de Belgische btw in België op aangifte afdragen. Omdat u in 2017 het btw-drempelbedrag heeft overschreden, moet u in 2018 vanaf de allereerste levering Belgische btw in rekening brengen.
Let op!
Voor elk land geldt weer een verschillend btw-drempelbedrag.
Keuze niet toepassen btw-drempels
Wilt u vanaf het begin buitenlandse btw in rekening brengen? Kies er dan voor om de drempelbedragen niet toe te passen. U kunt deze keuze per land maken. De keuze geldt wel voor twee kalenderjaren. Daarna kunt u weer kiezen voor toepassen van de btw-drempels.
Tip:
Dien voor het niet toepassen van de btw-drempels een verzoek in bij de Belastingdienst. Deze keuze zal met name aantrekkelijk zijn als het buitenlandse btw-tarief lager is dan het Nederlandse.
Bewijs buitenlandse btw
Als u buitenlandse btw in rekening brengt, dan moet u wel aan de Belastingdienst kunnen tonen dat u terecht geen Nederlandse btw in rekening brengt. Bewaar daarom alle documentatie van uw leveringen, zoals bijvoorbeeld vrachtbrieven, pakbonnen, betalingsbewijzen, voor ontvangst getekende kopiefacturen en vervoersverklaringen.
Nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddelen
Voor nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddelen gelden andere regels. Neem hiervoor contact op met onze adviseurs.
4. Wanneer heeft een stagiair of starter recht op loon?
De inspectie SZW heeft een onderzoek uitgevoerd naar de beloning van stagiaires en starters in Limburg. Twee bedrijven bleken niet te voldoen aan de eisen van de Wet op het Minimumloon. Dat betekende voor de bedrijven nabetaling van het wettelijk minimumloon en ook nog eens kans op een boete. Een boete kan oplopen tot € 10.000.
Na hun opleiding waren de mensen bij de bedrijven blijven werken. Ze deden hetzelfde werk als andere werknemers maar hielden dezelfde vergoeding als tijdens hun stage, € 300 per maand.
Voor een stage of werkervaringsplek bent u geen loon verschuldigd
Een stage kan onderdeel uitmaken van een opleiding, maar dat hoeft niet per se. Dit zijn de belangrijkste kenmerken van een stage- of werkervaringsplek:
- de werkzaamheden richten zich op leren en ervaringen opdoen in een arbeidsomgeving,
- er wordt gewerkt op basis van een leerplan met concrete leerdoelen,
- u heeft een stagebegeleider aangewezen die tijd vrij maakt voor de begeleiding van de stagiair/starter,
- de eisen die u aan de stagiair stelt zijn gericht op leren en ervaren en mogen niet hetzelfde zijn als die van uw andere werknemers.
Let op!
Doet de stagiair of starter hetzelfde werk als andere werknemers? Dan heeft hij of zij recht op het cao-loon voor die functie. Is er geen cao? Dan heeft de starter of stagiair recht op het minimumloon.
Tip:
Wilt u starters op de arbeidsmarkt een kans bieden? Sluit een stage/startersovereenkomst!
Wat staat er onder meer in een (stage)overeenkomst?
- de periode waarvoor de overeenkomst geldt,
- het doel van de overeenkomst,
- concrete omschrijving van de leerdoelen,
- wie de begeleider is,
- wanneer en hoe de beoordeling door de werkgever plaats vindt,
- de hoogte van de vergoeding.
Heeft u vragen over een stage- of startersovereenkomst? Wij adviseren u graag hierbij.
5. Innovatie? Denk aan de Innovatieregeling MKB
Bent u een innovatieve mkb’er dan komt u mogelijk in aanmerking voor de MKB-Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT). Deze regeling treedt op 11 april 2017 in werking. Het doel van de MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) is het stimuleren van innovatie bij het midden- en kleinbedrijf over de regiogrenzen heen. De bijdrage vanuit deze regeling blijkt voor mkb-ondernemers nét dat steuntje in de rug om een innovatieproject van de grond te krijgen. In 2017 is er ruim € 55 miljoen beschikbaar voor kennisvouchers, innovatieadviesdiensten, haalbaarheidsprojecten en R&D-samenwerkingsprojecten. Meer informatie over de MIT is terug te vinden op de internetsite van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
6. Voorkom het anoniementarief
Voordat een werknemer bij u aan de slag gaat moet u de identiteit van de werknemer vaststellen en de gegevens voor de aangifte loonheffing verzamelen. Heeft u niet aan deze verplichtingen voldaan, dan moet u het zogenaamde anoniementarief toepassen. Dit betekent dat u 52% belasting inhoudt op het loon van de werknemer en dat u geen rekening mag houden met bijvoorbeeld de loonheffingskorting. Het nettoloon van de werknemer zal hierdoor een stuk lager zijn.
Weten wat wij voor u kunnen betekenen?
KSG, Accountants & Belastingadviseurs