SRA | 11-07-2012 | Leestijd:

Een werknemer had een dienstverband voor een minimum van zestien uren per week. Zijn salaris was gebaseerd op een 16-urige werkweek. Wanneer hij het vastgestelde aantal uren per kalenderjaar zou overschrijden, zouden de meeruren worden uitbetaald tegen een tarief van € 33,00 per uur. Over deze zogenaamde flexuren zou geen vakantietoeslag worden berekend. Het dienstverband eindigde per 1 juni 2010. Bij het vaststellen van de WW-uitkering hield het UWV geen rekening met flexuren. De rechtbank was van oordeel dat dit ook niet nodig was omdat op het moment van de beëindiging het vereiste aantal uren per jaar nog niet was gehaald. De arbeidsovereenkomst bevatte geen regeling voor de afrekening van flexuren bij beëindiging van het dienstverband. Volgens de Centrale Raad van Beroep volgt uit de wet dat een arbeidsovereenkomst ook de niet door werkgever en werknemer overeengekomen rechtsgevolgen heeft die uit eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien. Dat betekent volgens de Centrale Raad van Beroep dat sprake is van flexuren als op de beëindigingsdatum een tijdsevenredig deel van het aantal contractueel vastgestelde uren per kalenderjaar is overschreden. Uit een berekening van het UWV bleek dat dit niet het geval was geweest. Het UWV had dus terecht geen rekening gehouden met flexuren bij de berekening van de uitkering.

uitkering werknemer uren dienstverband rekening uwv flexuren invloed vastgestelde kalenderjaar

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs