SRA | 21-10-2010 | Leestijd:

Wanneer een ondernemer een bedrijfsmiddel, bijvoorbeeld het bedrijfspand, verkoopt, kan hij voor het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde een herinvesteringsreserve vormen. Verkoopt de ondernemer niet alleen het pand, maar ook de inventaris en de bedrijfsvoering, dan is veelal geen sprake van de verkoop van een bedrijfsmiddel maar van de overdracht van een onderneming. Voor de inkomstenbelasting houdt dat staking van de onderneming in. In dat geval kan geen herinvesteringsreserve worden gevormd.

 

Een ondernemer die een tweetal cafés uitbaatte, verkocht een café. De inspecteur ging uit van een gedeeltelijke staking van de onderneming. Hof Amsterdam volgde de opvatting van de ondernemer dat hij na de verkoop van dit café op zoek was geweest naar een vervangende horecagelegenheid. Volgens het hof betekende dit dat, los van de vraag of sprake was van twee ondernemingen of van één onderneming, dat de ondernemer zijn bedrijf niet had gestaakt. Dat betekende dat de ondernemer een herinvesteringsreserve kon vormen voor de gerealiseerde boekwinst op de verkoop van het café.

De Hoge Raad deelt de opvatting van het hof niet. Wanneer een ondernemer zijn onderneming overdraagt is het voornemen om binnen een redelijke termijn een vervangende investering te doen en het ondernemen van enkele pogingen daartoe onvoldoende om te concluderen dat hij zijn onderneming niet heeft gestaakt.

Hof Den Haag moet nu onderzoeken of de onderneming uit één of meerdere cafés bestond. In het laatste geval is sprake van een gedeeltelijke staking en is de vorming van een herinvesteringsreserve voor de boekwinst van het gestaakte deel mogelijk.

verkoop herinvesteringsreserve onderneming ondernemer ondernemingen sprake staking café wanneer bedrijfsmiddel

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs