SRA | 11-07-2012 | Leestijd:

Voor het gebruik van de autosnelweg in Nederland met een vrachtauto moet Belasting voor Zware Motorrijtuigen (BZM) worden betaald. De belasting moet op aangifte worden voldaan vóór de aanvang van het gebruik van de autosnelweg.

 

De Belastingdienst legde aan een transporteur naheffingsaanslagen BZM op wegens het gebruik van de autosnelweg met een aantal vrachtwagens. De transporteur beriep zich op een voor hem geldende vrijstelling in Duitsland van zogenaamde Maut (tolheffing) voor het eerste gedeelte van de Duitse autosnelweg vanaf de grens. De rechtbank wees dat betoog af omdat vrijstelling van Maut geen vrijstelling van BZM oplevert. Alleen vanwege de heffing van een gemeenschappelijk gebruiksrecht kan vrijstelling van BZM worden verleend.

 

Bij iedere naheffingsaanslag was ook een boete opgelegd. Omdat het ging om verzuimboetes was schuld of opzet van de transporteur niet vereist. De enkele constatering dat is verzuimd om de verschuldigde belasting te betalen is voldoende voor het opleggen van een boete. De rechtbank was van oordeel dat de boetes terecht waren opgelegd. Dat de boetes beduidend hoger waren dan het belastingtarief dat per dag verschuldigd was, vormde geen aanleiding tot vermindering van de boetes. De rechtbank vond boetes van € 160 per verzuim niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

belasting rechtbank vrijstelling terecht opgelegd bzm autosnelweg boetes transporteur naheffingen

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs