1. Pensioen in eigen beheer afgeschaft

Vanaf 1 april 2017 is er geen pensioenopbouw in eigen beheer meer mogelijk voor de dga. De Eerste Kamer is dinsdag 7 maart 2017 namelijk akkoord gegaan met het afschaffen van het pensioen in eigen beheer. 

Let op!
U moet al vóór 1 juli actie ondernemen om de nodige zaken te regelen.

Nu het pensioen in eigen beheer is afgeschaft, moet u kiezen wat u wilt gaan doen met de reeds opgebouwde pensioenaanspraken. Er zijn drie mogelijkheden:

  1. Het pensioen tegen fiscale waarde afkopen met een belastingkorting.
  2. Het pensioen tegen fiscale waarde omzetten in een oudedagsverplichting.
  3. Het pensioen in eigen beheer ongewijzigd laten. Verdere opbouw is echter niet meer mogelijk.

Drie maanden regeltijd
U heeft nu drie maanden de tijd, dus tot 1 juli 2017, om de nodige zaken te regelen rondom de afschaffing van het pensioen in eigen beheer. U moet daarbij denken aan onder andere het premievrij maken van het in eigen beheer opgebouwde pensioen, het aanpassen van de pensioenbrief en het eventueel terughalen van een extern verzekerd pensioendeel.

 

Let op!
Voor het eventueel terughalen van een extern verzekerd pensioendeel is het voldoende dat uw externe verzekeraar vóór 1 juli een verzoek tot overdracht heeft ontvangen. De administratieve afhandeling kan dan vervolgens binnen de gebruikelijke termijnen in 2017 plaatsvinden.

Vragen? Wij kunnen u prima adviseren wat er in uw situatie nodig en mogelijk is.


2. Verhuur zakelijke deelauto kan zonder bijtelling

Wist u dat u zakelijke deelauto's ook kunt verhuren aan uw werknemers voor privégebruik? Dat kan zonder bijtelling als de werknemer hiervoor een marktconform huurtarief aan u betaalt. 

De Belastingdienst heeft onlangs samen met de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen uitvoeringsafspraken gemaakt over de mogelijkheid om een zakelijke deelauto te huren en wat daarvan de gevolgen zijn voor de bijtelling. Een zakelijke deelauto is een door een werkgever geleasede auto die door wisselende werknemers uitsluitend wordt gebruikt voor zakelijke ritten. In de periode dat een deelauto niet zakelijk wordt gebruikt, kunt u deze verhuren aan uw werknemers voor privégebruik. Dat kan zonder dat de werknemer te maken krijgt met een bijtelling. Dan moet u wel optreden als verhuurder van de deelauto en moet de werknemer, al dan niet via de leasemaatschappij, een marktconform huurtarief voor het privégebruik van de auto aan u betalen.

Marktconform huurtarief
Als u de volgende tarieven in rekening brengt, is sprake van een marktconform huurtarief:
RDC-segmentenVoorbeeldmodellenToetstarief per dag (van 09.00 tot 09.00 uur) Toetstarief dagdeel  (periode van 4 uur overdag of van 17.00 ‘s avonds t/m 9.00 uur de volgende ochtend) Toetstarief weekend (periode vrijdag 17.00 uur tot maandag 09.00 uur)  
A (klein)Citroën C1, Peugeot 10848,-31,-78,-
B (kleine middenklasse) Ford Fiësta, VW Polo57,-36,-92,-
C (middenklasse)Opel Astra, Toyota Prius67,-43,-108,-
D (grote middenklasse)Audi A4, BMW 3-serie83,-53,-134,-

Let op!
Deze toetstarieven worden jaarlijks aangepast.

Aantoonbaar gebruik
Verder moet u het gebruik van de deelauto kunnen aantonen. U moet inzichtelijk maken in welke perioden de deelauto is gebruikt en hoeveel kilometers per rit zijn gereden. Dat inzichtelijk maken kan bijvoorbeeld plaatsvinden met een gecertificeerd rittenregistratiesysteem. Voor wat betreft de privé gereden kilometers moet uit de administratie blijken (a) door welke werknemers in welke perioden de auto is gebruikt en (b) dat u aan deze werknemers een markconform huurtarief in rekening heeft gebracht.

 

Let op!
U bent verantwoordelijk voor een juiste kwalificatie van de rit als zakelijk dan wel privé. Woon-werkverkeer kwalificeert in dit verband als zakelijk verkeer.


3. 2% of 6% bij overdracht kantoorpand?

Moet bij de overdracht van een kantoorpand 2% of 6% overdrachtsbelasting worden betaald? De Hoge Raad heeft recent een ruimere uitleg gegeven aan het begrip woning. Hierdoor kan in sommige gevallen ook bijvoorbeeld een kantoorpand met maar 2% overdrachtsbelasting worden overgedragen.

De overdracht van woningen is belast met 2% overdrachtsbelasting in plaats van het normale tarief van 6%. Waar de Belastingdienst het begrip woning tot nu toe zeer stringent uitlegt, geeft de Hoge Raad er een ruimere uitleg aan.

Naar aard bestemd voor woning
Het tarief van 2% overdrachtsbelasting geldt volgens de Hoge Raad voor panden die naar hun aard bestemd zijn voor bewoning. Vraag hierbij is of bijvoorbeeld een kantoorpand dat ooit een woning was, kan worden aangemerkt als naar aard bestemd voor bewoning. Volgens de Hoge Raad is dat mogelijk. De Hoge Raad sluit namelijk aan bij het doel waarvoor het pand oorspronkelijk is ontworpen en gebouwd. Indien het pand later wordt verbouwd dan blijft het naar aard bestemd voor bewoning als er slechts beperkte aanpassingen nodig zijn om het weer voor bewoning geschikt te maken.

Tandartspraktijk
Een tot tandartspraktijk omgebouwde woning blijft daarom een woning als deze relatief eenvoudig weer geschikt kan worden gemaakt voor bewoning. Hetzelfde geldt voor een tot kantoorvilla omgebouwde woning en een tot kantoor omgebouwde boerderij.

Tip:
Het begrip woning kan ruimer worden uitgelegd dan de Belastingdienst tot nu toe aannam. Beoordeel bij koop van een pand of mogelijk 2% in plaats van 6% overdrachtsbelasting kan worden toegepast.


4. Levering aan ondernemers in het buitenland en btw

Levert u goederen in het buitenland, zorg dan dat u op de hoogte bent van de btw-regels. Moet de btw in Nederland of in het buitenland worden afgedragen? En wie moet de btw afdragen: u of uw afnemer? De regels zijn niet altijd eenvoudig en in ieder geval altijd afhankelijk van uw individuele situatie. Laat u daarom vooraf goed informeren en zorg dat u de regels juist toepast.

Let op!
Als eerste is het van belang om vast te stellen of het gaat om de levering van goederen of het verrichten van een dienst. Voor leveringen van goederen gelden namelijk andere btw-regels dan voor het verrichten van diensten. Hierna gaan wij alleen in op de leveringen van goederen.

Levering aan een ondernemer in de EU
Bij levering aan een ondernemer in de EU zal over het algemeen sprake zijn van een intracommunautaire levering (ICL) tegen het 0% btw-tarief. Voorwaarde is dat de goederen vanuit Nederland naar een ander EU-land worden vervoerd en dat u over het btw-identificatienummer beschikt van de in dat EU-land gevestigde ondernemer. U berekent 0% btw maar geeft deze levering wel aan (tegen 0% btw) in uw btw-aangifte en in uw opgaaf intracommunautaire prestaties. Uw buitenlandse afnemer draagt in het andere EU-land de btw af tegen het daar geldende tarief (maar kan over het algemeen deze btw in zijn aangifte ook weer in aftrek brengen).

Levering aan ondernemer buiten de EU
Bij levering aan een ondernemer buiten de EU is sprake van export als de goederen naar het land buiten de EU worden vervoerd. Over export bent u 0% btw verschuldigd. Voorwaarde is wel dat u kunt aantonen dat de goederen de EU hebben verlaten. U berekent 0% btw maar geeft deze export wel aan (tegen 0% btw) in uw btw-aangifte.

Tip:
Wij hebben hiervoor de standaardsituaties weergegeven. Bijna geen enkele situatie is echter standaard. Overleg daarom met onze adviseurs over de btw-regels voor uw eigen situatie.


5. Vervroegd afkopen hypotheek per 1 april?

Wilt u uw kapitaalverzekering eigen woning graag eerder beëindigen dan de geldende looptijd om uw eigenwoningschuld vroegtijdig af te lossen? Of wilt u daarvoor uw spaarrekening eigen woning of een beleggingsrecht eigen woning gebruiken? Vervroegd afkopen kan mogelijk vanaf 1 april aanstaande zonder belastingheffing. Binnenkort zal staatssecretaris Wiebes hierover meer duidelijkheid geven. Vervroegd aflossen is echter niet altijd financieel aantrekkelijk. Laat u daarom goed adviseren.


6. Te weinig btw aangegeven? Corrigeer vóór 1 april!

Heeft u over 2016 te weinig btw aangegeven, doe dit dan alsnog met een suppletieformulier omzetbelasting. Doet u dat vóór 1 april 2017, dan betaalt u geen belastingrente. Wacht dus niet te lang. U bent namelijk geen belastingrente verschuldigd als u de verschuldigde btw alsnog aangeeft en betaalt vóór 1 april 2017. Ook kunt u zo een boete voorkomen, maar dan mag het alsnog te betalen btw-bedrag niet hoger zijn dan € 20.000 of niet meer zijn dan 10% van de betaalde btw over 2016. Na het indienen van de suppletie ontvangt u van de Belastingdienst een naheffingsaanslag. Heeft u te veel btw aangegeven, dan kunt u dit ook met een suppletieformulier corrigeren. U ontvangt dan binnen enkele weken een teruggaafbeschikking van de Belastingdienst.

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs