1. Nieuwe oplossing voor pensioen in eigen beheer

Er is nu toch eindelijk gekozen voor een oplossing voor het pensioen in eigen beheer. Directeur-grootaandeelhouders (dga’s) kunnen hun pensioenregeling fiscaalvriendelijk afkopen. De dga die niet kan of wil afkopen, kan overstappen naar een spaarvariant.

De oplossing voor de huidige knelpunten met het pensioen in eigen beheer is recent bekendgemaakt. De dga krijgt de mogelijkheid om zijn pensioen in eigen beheer te beëindigen door middel van uitfasering. Daarbij wordt het reeds opgebouwde pensioen zonder afrekenen afgestempeld naar de fiscale (balans)waarde. Vervolgens kan de dga de pensioenverplichting eenmalig fiscaalvriendelijk met een belastingkorting afkopen tegen de fiscale waarde van eind 2015.

Belastingkorting
De belastingkorting bedraagt in 2017 34,5% (er is dan loonheffing verschuldigd over 65,5% van de fiscale balanswaarde), in 2018 25% en in 2019 is de belastingkorting 19,5%. Verder bent u geen revisierente verschuldigd.

Spaarvariant bij uitfasering
De dga die niet kan of wil afkopen, kan na afstempelen overstappen naar een spaarvariant. De fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting wordt dan zonder loonheffing en vennootschapsbelasting omgezet in een oudedagsspaarverplichting. Na omzetting is geen verdere opbouw meer mogelijk. Belastingheffing over de oudedagsspaarverplichting vindt pas plaats in de uitkeringsfase.

Hoe nu verder?
Uitfasering van het pensioen in eigen beheer is nu nog niet mogelijk. Een wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld zal op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Met een voorspoedige behandeling van het wetsvoorstel kan de regeling ingaan per 1 januari 2017.


2. Bedrijfsopvolgingsregeling wordt aangepast

Een uitspraak van de Hoge Raad is reden voor het kabinet om de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf-en schenkbelasting per direct te repareren. De uitspraak heeft volgens het kabinet namelijk een ongewenste verruiming tot gevolg en een forse budgettaire derving van ten minste enkele tientallen miljoenen.

Om het voortbestaan van een onderneming niet in gevaar te brengen kent de Successiewet de bedrijfsopvolgingsregeling. De regeling komt erop neer dat degene die ondernemingsvermogen erft of geschonken krijgt - onder voorwaarden - (nagenoeg) geen schenk- en erfbelasting hoeft te betalen. Er geldt namelijk een forse vrijstelling.

De bedrijfsopvolgingsregeling kan kort gezegd ook worden toegepast bij de verkrijging van aandelen die tot het direct of indirect aanmerkelijk belang behoren van de erflater of de schenker. De vrijstelling is alleen van toepassing op dat deel van de waarde van de aandelen dat (op een kleine marge na) toerekenbaar is aan echt ondernemingsvermogen.

Reparatie
Door de uitspraak van de Hoge Raad is het mogelijk dat ook een aandelenpakket met een indirect belang kleiner dan 5% in sommige situaties onder de bedrijfsopvolgingsregeling kan vallen. Dat is volgens het kabinet niet de bedoeling. Reparatie moet dan ook volgen, zodat de regeling onder voorwaarden alleen van toepassing is ingeval van een direct of indirect aanmerkelijk belang, oftewel een belang van 5% of meer. Met de reparatie blijft ook de overerving van familiebedrijven beschermd.

Let op!
De reparatie geldt ook voor de doorschuifregelingen voor het aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting.

Terugwerkende kracht
De reparatie zal worden meegenomen in de belastingplannen voor 2017. Deze worden op Prinsjesdag gepresenteerd. Vanwege de budgettaire derving en om ongewenste effecten voor te zijn, zal de reparatie met terugwerkende kracht ingaan vanaf 1 juli 2016.


3. Wijzigingen zakelijke auto 2017-2020

Vanaf volgend jaar verandert er het nodige in de BPM, de MRB en voor de bijtelling van de auto van de zaak. De belangrijkste wijzigingen in de autobelastingen vanaf 2017 – onlangs stemde de Eerste Kamer ook in met de autoplannen van het kabinet – zetten we nog even kort voor u op een rij:

Het algemene bijtellingspercentage voor het privégebruik van de auto van de zaak gaat omlaag van 25 naar 22 voor nieuwe auto's vanaf 2017, het percentage voor zéér zuinige auto's gaat omhoog en het verschil tussen een zuinige en een reguliere auto wordt opgeheven. In schema ziet dit er als volgt uit:


Nieuwe auto 2016 2017 2018 2019/2020
Nulemissie 4% 4% 4% 4%
Zéér zuinig (1-50 gr/km) 15% 22% 22% 22%
Zuinig (51-106 gr/km) 21% 22% 22% 22%
Overig (> 106 gr/km) 25% 22% 22% 22%


Vanaf 2019 is voor een nieuwe volektrische auto (nulemissie) het bijtellingspercentage van 4% begrensd tot een catalogusprijs van € 50.000. Op het deel boven de € 50.000 is het algemene bijtellingspercentage van 22 van toepassing. Deze begrenzing is er niet voor de elektrische auto op waterstof. Deze auto’s hebben een bijtellingspercentage van 4 over de gehele cataloguswaarde.

60-maandentermijn
Het overgangsrecht wordt beperkt tot maximaal één termijn van 60 maanden. Dat wil zeggen dat een zakelijke auto een lager bijtellingspercentage behoudt voor een periode van 60 maanden. Daarna wordt per jaar gekeken welk dan geldend bijtellingspercentage bij de CO2-uitstoot van de auto past. Er is nog een uitzondering voor auto's van vóór 1 juli 2012 waarvoor een bijtellingspercentage geldt van 14% of 20%. Deze auto's behouden deze percentages tot 1 januari 2019. Daarna geldt de jaarlijkse regel.

Afbouw BPM
De tarieven in de aanschafbelasting BPM voor reguliere auto's dalen geleidelijk tot en met 2020 met in totaal 14,7%. Voor plug-in hybride auto's stijgen juist de tarieven. De vaste voet in de BPM wordt in één keer verhoogd van € 175 naar € 350.

Aanpassingen MRB
De tarieven in de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor reguliere personenauto's en bestelauto's voor particulieren gaan in 2017 met gemiddeld 2% omlaag. Voor plug-in hybride auto's (CO2-uitstoot van 1-50 gr/km), bedraagt de MRB (net als nu) voor de jaren 2017 tot en met 2020 de helft van het reguliere tarief. Nulemissieauto's blijven tot en met 2020 volledig vrijgesteld van MRB.


4. Schenk € 100.000 belastingvrij voor eigen woning. Nu al actie gewenst?

Vanaf 2017 wordt de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning verruimd. De verruiming is structureel en betreft een verhoging van de vrijstelling naar € 100.000, het kunnen spreiden van de schenkingsvrijstelling over drie jaren en het vervallen van de eis dat de schenking moet plaatsvinden tussen ouder en kind.

De eis dat de ontvanger tussen de 18 en 40 jaar oud moet zijn, blijft wel bestaan. De schenking moet gebruikt worden voor de eigen woning of een eigenwoningschuld. Is in het verleden al een beroep gedaan op de verhoogde schenkingsvrijstelling dan is de vrijstelling lager dan € 100.000 en soms zelfs nihil. Wilt u volledig gebruik maken van uw vrijstellingsmogelijkheden, dan is soms in 2016 al actie nodig!

Voorwaarden schenkingsvrijstelling
Om vanaf 2017 gebruik te kunnen maken van de schenkingsvrijstelling van € 100.000 moet sprake zijn van een schenking van:

  • een eigen woning,
  • een bedrag voor de verwerving van een eigen woning,
  • een bedrag voor de kosten van verbetering of onderhoud van een eigen woning,
  • een bedrag voor de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot een eigen woning,
  • een bedrag voor de aflossing van een eigenwoningschuld, of
  • een bedrag voor de aflossing van een restschuld na vervreemding van een eigen woning.

Tip:
In principe is de verruiming structureel. De ervaring van de laatste jaren heeft echter geleerd dat de vrijstelling regelmatig is herzien. Ondanks dat pas in 2020 een evaluatie is gepland, moet u dus niet verbaasd zijn, als de verruiming al eerder wordt herzien. Wacht daarom niet te lang als u gebruik wilt maken van de regeling.

Meerdere schenkingen?
De ontvanger van de schenking moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn. Er zijn geen voorwaarden gesteld aan de relatie tussen de schenker en de ontvanger. Een schenking van ouder aan kind kan onder de vrijstelling, maar deze familierelatie is vanaf 2017 geen voorwaarde meer. Elke willekeurige schenker kan vanaf die datum dan ook schenken aan elke willekeurige ontvanger. Een ontvanger kan daarom van meerdere schenkers een schenking ontvangen en hierbij ook meerdere keren gebruik maken van de schenkingsvrijstelling.

Tip:
Is de ontvanger van de schenking al 40 jaar of ouder maar zijn partner nog niet? Dan kan toch een beroep worden gedaan op de schenkingsvrijstelling van € 100.000. Let wel op de verschillende regels die gelden voor het samenvoegen van schenkingen aan en van partners en ouders. Hierdoor kan een schenking onverwacht hoger worden dan € 100.000, waardoor een deel alsnog belast wordt.

Spreiding over drie achtereenvolgende kalenderjaren
Gebruikt u de vrijstelling van € 100.000 niet helemaal, dan kunt u straks in de twee daaropvolgende jaren alsnog een beroep doen op de resterende vrijstelling voor schenkingen van dezelfde schenker.

Let op!
De ontvanger moet wel op het moment van elke schenking tussen de 18 en 40 jaar oud zijn.

Eerdere schenkingen verlagen of verhinderen de vrijstelling
Is vóór 2017 al een beroep gedaan op een verhoogde schenkingsvrijstelling voor een schenking van dezelfde schenker dan is het bedrag van de vrijstelling vanaf 2017 lager dan € 100.000. Het kan zelfs zijn dat dan helemaal geen gebruik meer kan worden gemaakt van de vrijstelling. De regels hieromtrent zijn complex en kunnen leiden tot onverwachte uitkomsten.

Let op!
Overleg daarom met onze adviseurs over de vrijstelling die u nog kunt benutten als u al eerder gebruik hebt gemaakt van de verhoogde schenkingsvrijstelling.

Nu al in actie!
Heeft u al vóór het jaar 2010 gebruik gemaakt van de verhoogde schenkingsvrijstelling en heeft u nadien geen beroep meer gedaan op een aanvullende schenkingsvrijstelling? Dan moet in 2016 al actie worden ondernomen om te voorkomen dat een deel van de vrijstelling verloren gaat. Door in 2016 nog tot een bedrag van maximaal € 27.570 gebruik te maken van de verhoogde schenkingsvrijstelling, blijft in 2017 of 2018 recht bestaan op een vrijstelling van € 46.984, samen dus € 74.554. Is in 2015 of 2016 geen beroep gedaan op de verhoogde schenkingsvrijstelling dan bestaat vanaf 2017 nog slechts recht op een vrijstelling van € 27.517.

Tip:
Voorkom dat uw vrijstelling misschien deels verloren gaat. Dit kan zich voordoen als u vóór het jaar 2010 al gebruik heeft gemaakt van de verhoogde schenkingsvrijstelling. De bedragen van de vrijstellingen kunnen worden aangepast aan de inflatie en daarom jaarlijks wijzigen.


5. Buitenlandse btw? Uiterlijk 30 september teruggaafverzoek!

Ondernemers die in 2015 btw hebben betaald in andere EU-landen, kunnen via de Nederlandse Belastingdienst een teruggaafverzoek indienen om deze btw terug te vragen. Verzoeken om een dergelijke teruggaaf moeten uiterlijk 30 september 2016 bij de Belastingdienst ingediend zijn, anders is er geen teruggaaf van buitenlandse btw mogelijk. De zomervakantie valt laat dit jaar, waardoor de deadline voor het teruggaafverzoek opeens snel dichtbij kan komen. Zorg er dus voor dat de gegevens die nog nodig zijn voor het teruggaafverzoek verzameld zijn, zodat tijdig het teruggaafverzoek buitenlandse btw bij de Belastingdienst kan worden ingediend. Na 30 september 2016 is het teruggaafverzoek namelijk niet meer mogelijk.


6. Nieuwe garantieverklaring eigenrisicodrager WGA

Bent u als werkgever eigenrisicodrager voor de WGA en wenst u dat ook te blijven in 2017, dan dient u een nieuwe garantieverklaring te overleggen aan de Belastingdienst. U heeft hiervoor tot uiterlijk 31 december 2016 de tijd. De nieuwe garantieverklaring is te downloaden van de site van de Belastingdienst.
Er zijn belangrijke wijzigingen op komst voor de eigenrisicodrager voor de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten). Wilt u eigenrisicodrager blijven, dan bent u dat vanaf 2017 niet alleen voor de WGA-vast, maar ook voor de WGA-flex. Deze worden namelijk aan elkaar gekoppeld. Door deze koppeling moet u uiterlijk eind van dit jaar een nieuwe garantieverklaring - die op het gehele WGA-risico ziet - inleveren bij de Belastingdienst.

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs