SRA | 01-06-2011 | Leestijd:

De belastingdienst is als overheidsorgaan gebonden aan de beginselen van behoorlijk bestuur. Een van deze beginselen is het vertrouwensbeginsel. Dat komt erop neer dat een belastingplichtige mag vertrouwen op uitspraken die door de belastingdienst zijn gedaan. Heeft de belastingdienst bij een belastingplichtige een boekenonderzoek gedaan en zijn daar geen correcties uit voortgevloeid, dan mag de belastingplichtige daar het vertrouwen aan ontlenen dat hij zijn zaken voor elkaar heeft. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is niet vereist dat een bepaalde aangelegenheid bij een boekenonderzoek daadwerkelijk is beoordeeld. Voldoende is dat de belastingplichtige mocht aannemen dat dit het geval was. Dit is aan de orde als het gaat om zaken van verhoudingsgewijs zo groot belang dat zij niet aan de aandacht van de controleur kunnen zijn ontsnapt.

 

Een woningstichting had als belangrijkste activiteit de vrijgestelde verhuur van woningen. Naast de huur ontving de stichting van de huurders ook vergoedingen voor het door de stichting ingestelde servicefonds klein onderhoud. De huurders hadden door deelname aan dit fonds aanspraak op reparatie en herstel van gebreken die normaal gesproken voor rekening van de huurder komen. Over de bijdragen aan het fonds droeg de stichting geen omzetbelasting af. Daar stond tegenover dat de stichting de voorbelasting op de kosten van herstel ook niet in aftrek bracht. De inspecteur legde, nadat de stichting had gemeld dat de bijdragen buiten de omzetbelasting waren gebleven, over de bijdragen aan het onderhoudsfonds een naheffingsaanslag omzetbelasting op over de jaren 2001 tot en met 2004.

De belastingdienst had echter eerder een boekenonderzoek gedaan bij de stichting. Dat onderzoek had betrekking op de juistheid van de aangiften omzetbelasting. Volgens Hof Leeuwarden mocht de stichting ervan uitgaan dat de belastbaarheid van haar gehele omzet onderzocht was. In de uitkomst van het boekenonderzoek had de inspecteur geen opmerking gemaakt over de bijdragen aan het servicefonds klein onderhoud. Dat wekte bij de stichting het gerechtvaardigde vertrouwen dat de inspecteur het eens was met het laten opgaan van de bijdragen in de vrijgestelde verhuur. Wegens strijd met het vertrouwensbeginsel vernietigde het hof de naheffingsaanslag.

omzetbelasting inspecteur stichting bijdragen belastingdienst belastingplichtige boekenonderzoek gebonden uitkomst onderzoek

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs