SRA | 20-03-2013 | Leestijd:

Wanneer een BV niet in staat is om de verschuldigde loon- en/of omzetbelasting te betalen, moet het bestuur van de BV dat melden aan de ontvanger. Door het op de juiste wijze melden van de betalingsonmacht kan een bestuurder voorkomen dat hij aansprakelijk is voor de door de BV verschuldigde belasting. Als de ontvanger aannemelijk kan maken dat het niet betalen van belasting het gevolg is van kennelijk onbehoorlijk bestuur, dan is de bestuurder toch aansprakelijk, ook al is er een geldige melding van de betalingsonmacht gedaan. Kennelijk onbehoorlijk bestuur doet zich voor als een bestuurder wist of had moeten begrijpen dat door zijn handelen de belasting, die de BV verschuldigd is, niet betaald zou worden.

 

Volgens Hof Arnhem had een bestuurder van een BV zich schuldig gemaakt aan kennelijk onbehoorlijk bestuur omdat de concurrente crediteuren van de BV wel werden betaald, maar de Belastingdienst niet. In de periode van oktober 2007 tot november 2008 was de schuld aan concurrente crediteuren met ongeveer € 200.000 afgenomen, terwijl de belastingschuld in die periode met € 140.000 was opgelopen. Daarnaast waren er geregeld betalingen aan gelieerde bedrijven gedaan waar geen tegenprestatie tegenover stond. De bestuurder was daarom terecht aansprakelijk gesteld voor de belastingschulden van de BV.

belasting bv kennelijk aansprakelijk aansprakelijkheid bestuurder onbehoorlijk bestuur leidt wetenschap

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs