SRA | 26-04-2012 | Leestijd:

Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is sprake van een bron van inkomen als aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

1. deelname aan het economische verkeer,

2. het oogmerk om voordeel te behalen, en

3. de verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.

 

Een zangeres heeft in het verleden meegewerkt aan een proefopname op een cd, die niet heeft geleid tot verkoopopbrengsten. Met instemming van de zangeres werd de opname later gebruikt voor een commercial. In 2004 sloot de zangeres een overeenkomst met de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (SENA) om namens haar de rechten te innen op het gebruik van de opname. Volgens rechtbank en hof gaf de zangeres door het sluiten van de overeenkomst met SENA aan de haar toekomende vergoeding te willen ontvangen en nam zij deel aan het economische verkeer. De conclusie was dat de zangeres het behaalde voordeel, dat bestond uit de van SENA ontvangen vergoeding van € 8.498, heeft beoogd en dat dit voordeel redelijkerwijs kon worden verwacht. De vergoeding van SENA vormde resultaat uit een werkzaamheid in het jaar van ontvangst, ook al hadden de feitelijke werkzaamheden in een eerder jaar plaatsgevonden. Volgens het hof gold het sluiten van de overeenkomst met SENA als het productief maken van een recht. Het productief maken van een recht is een werkzaamheid.

overeenkomst belast economische vergoeding voordeel verkeer zangeres sena uitvoerend artiest

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs