SRA | 31-08-2012 | Leestijd:

Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Breda over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet zijn Kamervragen gesteld. De staatssecretaris van Financiƫn is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en deelt mee dat hoger beroep wordt ingesteld. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2011 de vraag of de bedrijfsopvolgingsregeling in strijd is met het gelijkheidsbeginsel ontkennend beantwoord. De staatssecretaris is daarom van mening dat er al voldoende duidelijkheid bestaat op dit punt. Het verschil in behandeling tussen ondernemers en niet-ondernemers valt binnen de ruime beoordelingsvrijheid die de wetgever heeft. Verkrijgers die menen dat zij in aanmerking komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet moeten dat in hun aangifte opnemen of, als de aanslag al is opgelegd, in een bezwaarschrift opnemen. Bezwaarschriften tegen aanslagen die onherroepelijk vaststaan zullen niet-ontvankelijk worden verklaard.

De staatssecretaris zal de uitspraak van de rechtbank Breda niet als richtsnoer nemen.

rechtbank ondernemers staatssecretaris uitbreiding uitspraak bedrijfsopvolgingsregeling oneens breda successiewet opnemen

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs