SRA | 03-05-2012 | Leestijd:

De verplaatsing van een bedrijf door een ondernemer leidt in de meeste gevallen tot staking van de onderneming. Dat is alleen dan niet het geval als de identiteit van de onderneming ondanks de verplaatsing niet wezenlijk anders is geworden. Dat moet worden beoordeeld aan de hand van de factoren die gezamenlijk de identiteit van de onderneming bepalen. Niet voldoende is dat op de nieuwe locatie een soortgelijke onderneming wordt uitgeoefend als op de oude locatie. Daarvoor is meer nodig, zoals het overbrengen van voor het bedrijf wezenlijke vermogensbestanddelen naar de nieuwe locatie.

 

Hof Amsterdam was van oordeel dat geen sprake was van staking van de onderneming in het geval van een vennootschap onder firma die een melkveehouderij dreef. De vennoten sloten een voorovereenkomst om een BV op te richten waarin zij de gehele onderneming zouden inbrengen. Nog voordat de BV was opgericht werden het vee, het melkquotum en een deel van de grond met opstallen verkocht. Na de oprichting kocht de BV een landbouwbedrijf in Denemarken. Volgens het hof was de identiteit van de onderneming gelijk gebleven. De Hoge Raad is het niet eens met het hof. Uit de uitspraak blijkt dat alleen de leiding van de onderneming dezelfde is gebleven. Volgens de Hoge Raad hebben de vennoten hun onderneming gestaakt.

bv onderneming bedrijf staking verplaatsing identiteit vennoten locatie bedrijfsverplaatsing gebleven

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs