SRA | 15-03-2012 | Leestijd:

De Nederlandse belastingwetgeving gaat uit van belastingheffing over de totale winst die een onderneming over de hele looptijd van zijn bestaan realiseert. In dat kader past een zogenaamde eindafrekeningsbepaling. Die bepaling houdt in dat alle voordelen uit onderneming die niet eerder in de belastingheffing zijn betrokken, tot de winst van het laatste kalenderjaar worden gerekend waarin in Nederland belastbare winst uit de onderneming wordt genoten. Deze bepaling geldt niet alleen voor ondernemers/natuurlijke personen, maar ook voor rechtspersonen. Voor rechtspersonen komt de eindafrekening in beeld wanneer de zetel van de rechtspersoon wordt verplaatst naar het buitenland.

 

In een procedure voor het Hof van Justitie EU was in geschil of de Nederlandse eindafrekeningsbepaling in strijd is met de bepalingen rondom de vrijheid van vestiging. De procedure had betrekking op de valutawinst die een Nederlandse BV maakte op een vordering die zij had op een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap. De Nederlandse BV verplaatste haar zetel naar het Verenigd Koninkrijk. In dat kader gingen alle activiteiten over naar het Verenigd Koninkrijk, zodat er na de zetelverplaatsing geen vaste inrichting in Nederland bestond.

Naar het oordeel van het Hof van Justitie EU is de eindafrekening zelf niet in strijd met het Europese recht, maar is de onmiddellijke invordering van de heffing over latente meerwaarden in vermogensbestanddelen van een vennootschap, die haar feitelijke bestuurszetel naar een andere lidstaat verplaatst, op het moment van de verplaatsing wel in strijd met de vrijheid van vestiging.

onderneming winst nederlandse belastingheffing kader eindafrekening zetelverplaatsing verenigd koninkrijk eindafrekeningsbepaling

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs