SRA | 03-08-2011 | Leestijd:

Ter bescherming van de zakelijke belangen van een werkgever wordt in arbeidsovereenkomsten vaak een non-concurrentiebeding opgenomen. Een dergelijk beding moet schriftelijk zijn vastgelegd om rechtsgeldig te zijn. Het is zaak om bij het opstellen van een non-concurrentiebeding goed in de gaten te houden wat men met het beding wil bereiken. Omdat een non-concurrentiebeding de werknemer belemmert in zijn vrije arbeidskeuze is de rechter geneigd het beding niet al te ruim uit te leggen.

 

Zo bevatte een non-concurrentiebeding een aantal postcodegebieden waarbinnen een werknemer na de beƫindiging van zijn dienstbetrekking niet werkzaam mocht zijn voor een concurrent van zijn werkgever. De werknemer trad vervolgens in dienst bij een concurrent die buiten die gebieden was gevestigd.

De werkgever wilde de vroegere werknemer op grond van het non-concurrentiebeding verbieden om te werken voor zijn relaties binnen de genoemde postcodegebieden.

De kantonrechter beperkte zich tot een zuiver taalkundige uitleg van het non-concurrentiebeding, omdat het beding eenzijdig door de werkgever was opgesteld. Dat de werkgever wellicht een andere bedoeling had met het beding dan bleek uit een taalkundige uitleg vond de kantonrechter niet van belang. De werkgever had daartoe een relatiebeding kunnen opnemen.

werkgever werknemer kantonrechter concurrentiebeding beding non taalkundige uitleg postcodegebieden concurrent

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs