SRA | 31-08-2012 | Leestijd:

Tussen een werkgever en een werknemer bestond een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Geruime tijd voor het aflopen van de arbeidsovereenkomst spraken werkgever en werknemer over verlenging daarvan. Nadat de werknemer zich nog tijdens de aanvankelijk overeengekomen arbeidsperiode ziek had gemeld, deelde de werkgever mee dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd en van rechtswege eindigde op de aanvankelijk overeengekomen datum.

De werknemer beriep zich op een onregelmatige opzegging en vorderde schadevergoeding van de werkgever. Deze vordering was gebaseerd op de stelling dat partijen een verlenging van de arbeidsovereenkomst waren overeengekomen. De werkgever bestreed niet dat hij tijdens een gesprek met de werknemer had toegezegd dat alle tijdelijke contracten in principe zouden worden verlengd. De werkgever meende echter dat geen overeenstemming over verlenging van de arbeidsovereenkomst was bereikt omdat partijen nog in overleg waren over een aantal arbeidsvoorwaarden. De kantonrechter stelde vast dat partijen alleen over het salaris nog in onderhandeling waren. Naar het oordeel van de kantonrechter hadden partijen overeenstemming bereikt over verlenging van de arbeidsovereenkomst. Daarmee stond vast dat de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege was geëindigd op de aanvankelijk overeengekomen datum. Op grond van de wet geldt dat een arbeidsovereenkomst die na het verstrijken van de overeengekomen tijd door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet, geacht wordt voor dezelfde tijd en op dezelfde voorwaarden te zijn aangegaan. In dit geval betekende dit dat tussentijdse beëindiging mogelijk was met een opzegtermijn van één maand. De werknemer had recht op loon tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij een regelmatige opzegging had kunnen eindigen.

werkgever werknemer arbeidsovereenkomst voortzetting verlenging aanvankelijk tijd overeengekomen partijen tijdens

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs