SRA | 18-01-2012 | Leestijd:

Bij de verkrijging van onroerende zaken moet de verkrijger in het algemeen overdrachtsbelasting betalen. Voor diverse situaties bestaan echter vrijstellingen. Een van deze vrijstellingen betrof de verkrijging in het kader van de ruil van landerijen en van als kweek- of teeltmiddel gebruikte ondergrond van glasopstanden.

Om aan de voorwaarden voor deze vrijstelling te voldoen, sloot de eigenaar van een perceel teelgrond een ruilovereenkomst met de partij die dit perceel wilde kopen. De eigenaar van het perceel had voor die tijd een perceel bloembollenland gekocht van een derde voor zichzelf of voor een nader te noemen meester. Dat perceel was nog niet geleverd en werd betrokken in de grondruil door de koper van het perceel teelgrond aan te merken als de nader te noemen meester. De Belastingdienst weigerde de vrijstelling toe te passen omdat deze nader te noemen meester nooit eigenaar was geweest van het perceel bloembollenland en dus geen sprake was van een ruil.

toepassing eigenaar vrijstelling verkrijging perceel meester ruilvrijstelling vrijstellingen teelgrond bloembollenland

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs