SRA | 09-05-2012 | Leestijd:

In een procedure over een opgelegde aanslag inkomstenbelasting en een boete kwam de rechtbank tot het oordeel dat de aanslag en de boete terecht en tot het juiste bedrag waren opgelegd. Omdat bij de behandeling van de zaak de redelijke termijn als bedoeld in het EVRM was overschreden, heeft de rechtbank de boete verminderd. In hoger beroep vond Hof Den Haag dat de rechtbank het door de belanghebbende ingestelde beroep gegrond had moeten verklaren en het door hem betaalde griffierecht had moeten vergoeden. In cassatie heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

boete opgelegde aanslag rechtbank vergoeding inkomstenbelasting procedure griffierecht vermindering uitspraak

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs