SRA | 29-02-2012 | Leestijd:

In het zogenaamde advocatenarrest uit 1983 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een maatschap of een vennootschap onder firma de aan een lid van de maatschap in rekening gebrachte omzetbelasting als voorbelasting in aftrek kan brengen. Wel geldt als beperking dat de omzetbelasting betrekking heeft op goederen of diensten die in het kader van de gezamenlijke onderneming worden gebruikt. Volgens een besluit van de staatssecretaris van FinanciĆ«n uit 2004 is dat niet anders geworden door het arrest Heerma van het Hof van Justitie EU uit 2000, mits de betrokken deelnemer voor het gebruik door de maatschap of vennootschap geen vergoeding ontvangt.

 

Onder verwijzing naar het advocatenarrest was Hof den Bosch van oordeel dat een vennootschap onder firma de helft van de omzetbelasting die drukte op de bouw van een bedrijfswoning met veestal van een van de vennoten als voordruk in aftrek kon brengen. De vennoot en zijn echtgenote waren gezamenlijk eigenaar van de woning en de stal. De echtgenote maakte geen deel uit van de vennootschap onder firma. Het echtpaar was buiten gemeenschap van goederen gehuwd. Volgens een arrest van het Hof van Justitie EU is de civielrechtelijke eigendomsverhouding bepalend voor het al dan niet in aftrek kunnen brengen van voorbelasting. Door de eigendomsverhoudingen was de aftrek beperkt tot de helft van het totaal.

omzetbelasting aftrek voorbelasting goederen maatschap vennoot vennootschap firma vof advocatenarrest

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs