De Europese btw-richtlijn kent een vrijstelling voor weddenschappen, loterijen en andere kans- en geldspelen. Deze vrijstelling is niet onbeperkt. Het is de lidstaten toegestaan om niet alle vormen van kansspelen vrij te stellen van btw. Wanneer lidstaten van deze bevoegdheid gebruik maken, moeten zij wel rekening houden met het beginsel van fiscale neutraliteit. Dat beginsel houdt in dat diensten die vanuit het oogpunt van de consument gelijk of soortgelijk zijn en in dezelfde behoeften voorzien niet verschillend mogen worden behandeld.

De Nederlandse wet zondert speelautomaten uit van het begrip kansspelen. De vrijstelling van omzetbelasting geldt niet voor speelautomaten. De vraag in een procedure is of het fiscale neutraliteitsbeginsel daardoor is geschonden. Volgens de Hoge Raad heeft Hof Den Bosch zich daar niet over uitgelaten. Het hof had op basis van het vergelijkbare gebruik moeten beoordelen of kansspelen met en zonder speelautomaat soortgelijke eigenschappen hebben en aan dezelfde behoeften voldoen. Bij die beoordeling gaat het erom of deze categorieën kansspelen vanuit het gezichtspunt van de consument verwisselbaar zijn. Het gaat niet om het type spel of om de manier waarop de spelbeoefening is ingericht, aldus de Hoge Raad. Hof Arnhem-Leeuwarden moet de zaak nu verder behandelen.