SRA | 27-06-2012 | Leestijd:

Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel ter uitwerking van een deel van de fiscale maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 zijn vier nota’s van wijziging ingediend.

De eerste nota van wijziging bevat enkele technische aanpassingen, waarmee geen inhoudelijke wijziging is beoogd.

 

Het wetsvoorstel bevat een beperking van de aftrek van rente op deelnemingsschulden. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen daarvoor nadere regels worden gesteld. De tweede nota van wijziging bevat de bepaling dat een dergelijke algemene maatregel van bestuur eerst als ontwerp aan beide kamers van de Staten-Generaal wordt voorgelegd.

 

De derde nota van wijziging maakt het mogelijk om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen om het ontgaan van de pseudo-eindheffing voor hoog loon te voorkomen, bijvoorbeeld door omzetting van een dienstbetrekking in een zzp-contract.

 

De vierde nota van wijziging bevat een aanscherping van de voorgestelde beperking van de aftrek van bovenmatige deelnemingsrente. De voorgestelde drempel van € 1 miljoen wordt verlaagd naar € 750.000. De opbrengst daarvan wordt gebruikt om enkele versoepelingen in de regeling aan te brengen. Die betreffen de saldering van ontvangen en betaalde rente bij financieringsactiviteiten binnen het concern en de bewijslast bij oude deelnemingen. Geldleningen die in het kader van actieve financieringsactiviteiten binnen het concern worden aangehouden en de renten en kosten van dergelijke geldleningen tellen voor de berekening van de bovenmatige deelnemingsrente niet mee.

Voor oude deelnemingen, dat zijn deelnemingen die zijn verworven of uitgebreid in een boekjaar dat is aangevangen voor of op 1 januari 2006, geldt een optionele forfaitaire benadering. Omdat het moeilijk kan zijn om aannemelijk te maken dat er in het verleden geen kapitaalstortingen hebben plaatsgevonden om verliezen aan te zuiveren of dat de verkrijgingsprijs geen verband hield met beleggingen, wordt er van uitgegaan dat 10% van de verkrijgingsprijs van een oude deelneming verband houdt met dergelijke kapitaalstortingen en met beleggingen. De belastingplichtige heeft de mogelijkheid om voor oude deelnemingen de normale bewijsregeling te hanteren.

wijziging nota uitwerking bestuur oude deelnemingen begrotingsakkoord algemene maatregel dergelijke

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs