SRA | 18-04-2017 | Leestijd:

Ondanks het feit dat u in dienst bent bij uw eigen bv, bent u meestal niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen (WW, WAO, WIA en ZW) en heeft u dus ook geen premieplicht. Dat komt omdat er vaak geen sprake zal zijn van ondergeschiktheid, een gezagsverhouding ontbreekt en u niet tegen uw wil ontslagen kunt worden.

Let op! Of u verzekerd bent voor de volksverzekeringen bestaat geen enkele twijfel. Iedere inwoner in Nederland is namelijk verzekerd.

In de praktijk is het wel of niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen niet altijd eenvoudig vast te stellen. Dat komt met name doordat er veel verschillende bv-structuren bestaan met meerdere dga’s aan het roer. 

Wel of geen verzekeringsplicht?

Sinds 2016 zijn er nieuwe regels voor de verzekeringsplicht van de dga. In de volgende situaties bent u niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen:

  • U bezit als statutair bestuurder, al dan niet samen met uw echtgeno(o)t(e), een dusdanig aantal aandelen met stemrecht dat u – gelet op de statuten van de vennootschap – over uw eigen ontslag kan beslissen of niet tegen uw wil ontslagen kan worden. U moet zelf minimaal één aandeel bezitten.
  • U bent als statutair bestuurder samen met uw bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, al dan niet samen met uw echtgeno(o)t(e), houder van aandelen die ten minste twee derde van de stemmen vertegenwoordigen. U moet zelf minimaal één aandeel bezitten.
  • Er zijn meerdere statutaire bestuurders en er is een gelijkwaardig economisch belang (nevengeschiktheid). Dat wil zeggen dat iedere bestuurder een gelijk of bijna gelijk deel van het kapitaal bezit en dat zij tezamen alle aandelen in de bv bezitten.
  • U bezit via een bv of stichting de aandelen in een bv en u heeft als bestuurder voldoende zeggenschap om over uw eigen ontslag te kunnen besluiten. Denk bijvoorbeeld aan de aandelen die worden gehouden door een stichting administratiekantoor waarvan u bestuurder bent.

Enige houvast

Het is niet altijd even duidelijk of u wel of niet verzekeringsplichtig bent. Laat u hier dan ook goed over informeren. Enig houvast is wel te bieden. Over het algemeen mag u ervan uitgaan dat als er geen sprake is van ondergeschiktheid, u niet verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen. Dat is het geval als u meer dan de helft van de aandelen bezit en u op grond van de statuten over uw eigen ontslag kunt beslissen. Ook als uw familie (bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad) minstens twee derde van de aandelen met stemrecht bezit en u minstens één aandeel, is ondergeschiktheid meestal niet aan de orde.

Heeft u geen beslissende stem in de algemene vergadering van de vennootschap, dan bent u in de regel wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Dit kan anders zijn indien sprake is van nevengeschiktheid: u heeft samen met een aantal anderen elk een gelijk deel in de aandelen van de bv en samen heeft u alle aandelen.

Let op! Bent u wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen, dan betaalt uw bv (als werkgever) de premies en draagt deze ook af aan de Belastingdienst. Het maximumpremieloon waarover de premies worden berekend, bedraagt in 2017 € 53.701.

Uw meewerkende partner

Wanneer u niet verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen, geldt dat dan ook automatisch voor uw meewerkende partner (niet statutair bestuurder) in de bv? Het antwoord is nee. Hier hangt het af van de feiten. Bij echt werknemerschap is uw partner verplicht verzekerd. Echt werknemerschap wil zeggen: uw partner heeft zich verplicht om voor de bv te werken onder condities die vergelijkbaar zijn met andere werknemers, uw bv is verplicht loon te betalen en er is sprake van werkgeversgezag.

Is uw partner onder dezelfde arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden werkzaam als het overige personeel van de bv, dan is hij of zij dus wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Ontbreekt echter de gezagsverhouding en daarmee ondergeschiktheid, dan is er geen verzekeringsplicht.

Bezit uw partner aandelen met stemrecht in de bv en is hij/zij tevens statutair bestuurder, dan gelden de regels voor verzekeringsplicht van de dga zoals hiervoor beschreven.

Meewerkende kinderen vallen meestal wel onder de werknemersverzekeringen. Ook hier is het belangrijkste criterium de gezagsverhouding.

Tip: De familieverhouding man-vrouw, vader-zoon, moeder-dochter hoeft niet altijd de arbeidsverhouding te overheersen. Bij een gezagsverhouding (ondergeschiktheid) komen de werknemersverzekeringen om de hoek kijken.

Niet verzekerd. Wat nu?

De dga die niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen zal zich eventueel zelf moeten verzekeren tegen het risico van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat lang niet alle dga’s dat doen. Over het wel of niet verzekeren, bestaan nogal wat misverstanden. Wij zetten er vier voor u op een rij:

  1. Het overkomt mij niet.
  2. Ik heb genoeg gespaard.
  3. Er is wel een regeling vanuit de overheid.
  4. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is per definitie te duur.

Of u een arbeidsongeschiktheidsverzekering moet afsluiten, is een keuze die u zelf moet maken. Uw keuze baseren op een van de vier misverstanden is niet verstandig. Arbeidsongeschiktheid is helaas niet te voorspellen en kan daardoor plotsklaps de harde realiteit zijn. Vanuit de overheid is er – op de bijstand na – in ieder geval niets voor u geregeld.

U zult zelf de risico’s en de consequenties moeten inschatten wanneer u onverhoopt arbeidsongeschikt raakt. Hou daarbij in gedachten dat de premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering afhankelijk is van een aantal factoren, zoals de hoogte van het eigen risico, de looptijd van de uitkering, uw leeftijd, uw gezondheid en uw beroep.

De premies die u betaalt voor een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn volledig aftrekbaar in de inkomstenbelasting. Voorwaarde is wel dat deze verzekering recht geeft op periodieke uitkeringen bij invaliditeit, ziekte of ongeval. De periodieke uitkeringen zijn belast.

Tip: De premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering die recht geeft op een eenmalige uitkering, zijn niet aftrekbaar. Daar staat tegenover dat de uitkering dan ook niet belast is.

U kunt de arbeidsongeschiktheidsverzekering ook afsluiten via de bv. De premies zijn dan aftrekbaar in de bv. Over het algemeen is dit minder aantrekkelijk dan de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. De betaalde premies zijn namelijk in privé tegen een hoger tarief aftrekbaar en bij een faillissement van de bv loopt u niet het risico dat uw uitkering in gevaar komt. Nadeel is wel dat een deel van de premie voor een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering, ondanks het hogere tarief, wel voor uw eigen rekening blijft.

Loondoorbetalingsplicht bij ziekte

Omdat u op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam bent bij uw bv, ontstaat – wanneer u ziek wordt – de situatie dat uw bv de plicht heeft om uw loon door te betalen. Net als bij iedere andere zieke werknemer geldt voor uw bv als werkgever een wettelijke loondoorbetalingsplicht gedurende maximaal twee jaar van minimaal 70% van het loon (maximumdagloon).

Tip: De bv kan zich verzekeren tegen de loondoorbetaling bij ziekte van werknemers. De meeste verzekeraars staan echter niet toe dat de dga deelneemt aan een dergelijke ziekteverzuimverzekering. De dga die verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen kan doorgaans wel verzekerd worden.

In de algemene vergadering (van aandeelhouders) kunt u echter ook besluiten om u zelf een hoger percentage dan 70% van het loon door te betalen bij ziekte. Dit moet dan worden vastgelegd in uw arbeidsovereenkomst.

Uw bijdrage aan zorg

Iedereen met inkomen betaalt een bijdrage aan de Zorgverzekeringswet (Zvw). Van werknemer tot ondernemer en van resultaatgenieter tot meewerkende partner en inderdaad dus ook de dga. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de bijdrage. Daarbij maakt het verschil of u wel of niet verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen.

Bent u niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen, dan betaalt u zelf de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Dat gebeurt door inhouding van de bijdrage op uw nettoloon. Voor u geldt in 2017 een lage bijdrage van 5,40% over een maximumbijdrageloon van € 53.701. De inkomensafhankelijke bijdrage kan dus niet meer bedragen dan € 2.899. 

Tip: Uw bv mag u een vrijwillige vergoeding geven voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Dit is echter niet voordelig, want de vrijwillige vergoeding is een brutovergoeding. Dat betekent dat over de vergoeding loonheffing én zorgverzekeringspremie moeten worden betaald. De bv kan ook kiezen om de belastbare vergoeding te laten vallen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (zie paragraaf 1.3 Beloningen en andere voordelen). Dit gaat dan wel ten koste van de ruimte voor andere onbelaste vergoedingen en verstrekkingen.

Bent u werkzaam voor meerdere eigen bv’s, dan is bij iedere bv de bijdrage verschuldigd. Hierdoor kan het gebeuren dat u boven het maximumbedrag uitkomt. Dat wil niet zeggen dat u ook te veel betaalt, want de Belastingdienst betaalt de te veel ingehouden bijdrage netjes aan u terug.

Bent u wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen, dan is de bv als werkgever de werkgeversheffing Zvw verschuldigd. U betaalt dan zelf geen bijdrage over uw loon. Voor de werkgeversheffing Zvw geldt in 2017 het hoge percentage van 6,65% over een maximumbijdrageloon van € 53.701.

Let op! Werkt uw partner mee, dan zal uw bv vaak de werkgeversheffing Zvw verschuldigd zijn.

Ik ben dga!

Verricht u werkzaamheden voor opdrachtgevers en komen die werkzaamheden voor rekening en risico van uw bv, dan zal een opdrachtgever graag vooraf de zekerheid willen dat hij over uw werkzaamheden geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. Die zekerheid was er met een VAR-dga (Verklaring Arbeidsrelatie), maar die is verdwenen per 1 mei 2016.

De VAR is per die datum vervangen door een nieuw stelsel van modelovereenkomsten. Werken met een dergelijke vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst, biedt de opdrachtgever alsnog de gewenste vrijwaring voor de loonheffingen. Er moet dan wel daadwerkelijk worden gewerkt volgens de modelovereenkomst.

Let op! Er is geen verplichting om te werken met een modelovereenkomst. Liever werken met een eigen, niet door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst? De opdrachtgever moet dan zelf bepalen of er geen dienstbetrekking in het spel is, anders moet hij loonheffingen inhouden en afdragen over uw werkzaamheden.

Voor het nieuwe stelsel geldt een gewenningsperiode. Tot in ieder geval 1 januari 2018 heeft u samen met uw opdrachtgever een inspanningsverplichting om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Mocht achteraf toch blijken dat sprake is van loondienst, dan zal de Belastingdienst over de periode tot 1 januari 2018 geen naheffingen, boetes en correctieverplichtingen opleggen. De Belastingdienst treedt alleen op in geval van kwaadwillendheid.

Registratieplicht

Tot slot nog een extra waarschuwing aan het einde van deze paragraaf. Laat u zichzelf via uw bv uitlenen en verricht u de werkzaamheden onder leiding en toezicht van de inlener, dan moet dit geregistreerd staan in het Handelsregister (een inlener kan dit checken viawww.waadicheck.nl). Sinds 1 juli 2012 geldt een registratieplicht voor iedereen die arbeidskrachten ter beschikking stelt, oftewel personeel uitleent tegen betaling. Deze registratieplicht geldt voor uw bv. Bij overtreding kan er een forse boete worden opgelegd van minimaal € 12.000 aan zowel de uitlener (uw bv) als aan de inlener. Deze boete geldt echter niet als de bv alleen u uitleent en u als bestuurder (tezamen met uw echtgeno(o)t(e)) eigenaar bent van 90% of meer van de aandelen in de bv.

Tip: STAPPENPLAN WERKNEMERSVERZEKERINGEN
1. Ga na of u verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen. Zijn er per abuis geen premies afgedragen en had dit wel gemoeten, dan worden er correctienota’s opgelegd en riskeert u een forse boete. Is de situatie andersom – er worden netjes premies betaald, maar u bent eigenlijk niet verplicht verzekerd – dan is het maar de vraag of u deze onverschuldigde premies terugkrijgt.
2. Check bij een meewerkende partner of hij of zij verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen.  
3. Verandert er iets in het aandelenbezit of in de stemverhouding, ga dan opnieuw na of u wel of niet verzekerd bent. Blijkt dat u hierdoor plotsklaps wel verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen, meld dit dan zo snel mogelijk bij de Belastingdienst. 
4. Controleer of voor u de hoge of de lage bijdrage Zvw geldt.
5. Ga na of het wenselijk is om u te verzekeren tegen het inkomensverlies dat ontstaat door ziekte en/of arbeidsongeschiktheid. Heeft u al een arbeidsongeschiktheidsverzekering, check dan regelmatig of deze nog voldoet aan uw wensen en voorwaarden.

bv partner dga arbeidsongeschiktheidsverzekering verzekerd premies aandelen bestuurder bijdrage werknemersverzekeringen

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs