SRA | 03-05-2012 | Leestijd:

Voor uit het buitenland afkomstige werknemers kan op verzoek de 30%-regeling worden toegepast. Dat is een forfaitaire regeling voor de vergoeding van de extra kosten van verblijf buiten het land van herkomst, de zogenaamde extraterritoriale kosten. Op grond van deze regeling kan 30% van het totaal van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking plus vergoeding van extraterritoriale kosten onbelast worden betaald aan de werknemer. Volgens de Hoge Raad geldt dat niet alleen voor het vaste salaris, maar ook voor variabele loonbestanddelen, ongeacht hun vorm. Dat betekent dat ook optierechten tot de grondslag van de 30%-regeling worden gerekend. Niet van belang is dat een optierecht pas onvoorwaardelijk is geworden nadat de werknemer weer vertrokken is uit Nederland.

 

In het beroep in cassatie had de staatssecretaris van Financiën aangevoerd dat het niet juist is om 30% van bepaalde voordelen als vergoeding voor kosten aan te merken als deze kosten niet zijn gemaakt. Gelet op het forfaitaire karakter van de regeling is deze opvatting niet juist. De procedure had betrekking op een Amerikaanse bestuurder van een Nederlandse BV. Na de beëindiging van zijn dienstverband in Nederland per 31 december 2005 keerde de Amerikaan terug naar de Verenigde Staten van Amerika. Gedurende zijn dienstbetrekking in Nederland had hij recht op toepassing van de 30%-regeling. Onderdeel van zijn arbeidsbeloning betrof een pakket voorwaardelijke opties op aandelen. De opties werden na 31 december 2005 onvoorwaardelijk. De voormalige bestuurder behaalde in 2006 een voordeel uit de opties van € 2,3 miljoen. De werkgever paste daarop de 30%-regeling toe.

toepassing werknemer dienstbetrekking vergoeding regeling nederland forfaitaire opties extraterritoriale onvoorwaardelijk

Weten wat wij voor u kunnen betekenen?

KSG, Accountants & Belastingadviseurs